'Ik vind het lekker.
En heb nu tenminste
geen pijn meer
in mijn buik.'
‘Ik vind het lekker. En heb nu tenminste geen pijn meer in mijn buik.’
Yael te Lindert (9 jaar) glundert als ze vertelt over haar nieuwe ontbijt,
yoghurt met een halve portie Malsovit VezelMuesli en een beetje
honing. ‘En ik kan nu wel twee rondjes om het voetbalveld rennen.’
Yaels moeder, Renske te Lindert, kreeg
de Malsovit VezelMuesli van een vriend,
die zag hoe zij dagelijks aan het strijden
was voor haar dochter: ‘Yael heeft al
problemen met haar darmen en stoelgang
sinds ik geen borstvoeding meer
geef. Acht jaar lang zag ik haar buikpijn
hebben. Ze had pijn bij de ontlasting,
en kon daardoor soms maar één keer in
de week naar het toilet. Om wanhopig
van te worden. We zaten om de haverklap
bij de dokter. En we hadden alles al
geprobeerd. Van huis-, tuin- en keukenmiddelen
tot medicijnen. Maar als het
al werkte, dan was dat maar een paar
weken. Ze eet nu al een half jaar
Malsovit VezelMuesli en het werkt
fantastisch. Voor haar stoelgang, maar
ook voor haar hongergevoel. Ze heeft
de hele dag door minder honger. ’
Geen suiker
In één portie Malsovit VezelMuesli zit
9 gram vezels. Dat is meer dan in een
volkoren boterham, maar ook drie keer
meer dan in gewone muesli. En dat biedt
voor Yael enorm veel voordeel. ‘Voor mij
is het bovendien belangrijk dat er geen
suiker, zout of vet is toegevoegd,’ legt
Renske uit. ‘Ik ben helemaal niet iemand
die alle suiker verbiedt aan mijn kind.
Maar ik ben er wel kritisch op. En dan heb
ik liever dat ze het nog een beetje zoet
met natuurlijke honing, dan dat er allerlei
kunstmatige zoetstoffen in het product
verwerkt zijn. En ze vindt het lekker. Dat
moet ook, anders houd je dit niet vol.’
Vol energie
Yael sport graag, maar had daar geen
energie voor door haar gezondheidsproblemen.
Nu is ze niet meer bij haar
skeelers weg te slaan. ‘Ik doe drie
sporten,’ vertelt ze trots, ‘tennis, dansen
en skeeleren. Eerst tenniste ik alleen
maar. En daar kon ik niet eens goed
meekomen, omdat ik zo snel moe was.
Nu houd ik het zelfs langer vol dan de
jongens in mijn groep.’ Renske glimlacht
naar haar dochter als ze zegt: ‘En daar
heb je dan gelijk het nadeel. Die energie
heeft ze ’s avonds nog. Vroeger wou ze
alleen maar slapen, al was het vier uur
’s middags. Nu wil ze ’s avonds om half
negen nog niet naar bed. Gekkigheid
natuurlijk. Ik ben zo blij om haar op deze
manier te zien. De dynamiek in het hele
gezin is anders geworden. Mijn dochter
is eindelijk gelukkig.’